Het laatste moment
Ik lig met m’n rug op een ponton aan de vijvers van het Erasmusziekenhuis. De wind waait gretig door de treurwilgen en ik denk aan hoe vluchtig het leven is. Vorige week donderdag nog werd mijn schoonvader opgenomen op intensieve en 6 dagen later moesten we al afscheid van hem nemen. Van leven naar dood, op een paar dagen tijd. Ik kan het amper bevatten. Ik kijk terug naar boven, naar de gracieuze takken die dansen in de wind. En ik besef dat ik niet meer vast te houden heb dan dit moment.
Omgaan met de dood
De dood en (leren) omgaan met de dood leert ons veel. Toen mijn broer vijf jaar geleden de diagnose leukemie kreeg, stond mijn wereld plots stil. Of beter, er viel een bom op. Een jaar lang had deze ziekte ons helemaal in haar greep. Je zou woorden kunnen plakken op alle emoties die het teweegbrengt: angst, hoop, wanhoop, onmacht, boosheid, verontwaardiging, strijdvaardigheid, pijn, verdriet, … Enerzijds verkeer je in een staat van ‘constante paraatheid’ om met de situatie om te gaan en zoveel mogelijk te helpen, anderzijds word je dagelijks leeggezogen door de aanhoudende onzekerheid en emotionele rollercoaster waar je je in bevindt. Eén jaar later stief Hans. En toen begon het échte werk nog maar pas. Rouwen.
Als ik aan die periode terugdenk, zijn er veel flarden. Sommige beelden zie ik helder, sommige emoties voel ik nog in mijn lijf, sommige herinneringen geven een richting aan de weg die ik toen aflegde. Maar veel blijft wazig, donker. Een eenzaam overleven. In een donkere put belanden en er weer proberen uit te kruipen. Er zijn vast nog passendere beelden. Ik had nooit verwacht dat het zo zwaar en intens zou zijn. Pijn snijdt diep en rOuw is rAuw. Maar je moet erdoor als je opnieuw wilt leven. En dat wou ik.
Hulp vragen is krachtig
Uiteindelijk wachtte ik te lang om hulp te zoeken om met dit grote verlies om te gaan. Dat is alvast iets dat ik heb geleerd als het me nog eens overkomt. Je hoeft de dingen niet steeds alleen te kunnen dragen. Mettertijd misschien, ja, wanneer ze stukje voor stukje een plaats vinden in je lijf en geest. Maar op sommige momenten niet. Je hoeft dat niet van jezelf te verwachten, en een ander ook niet van jou. Kleef dat alvast met een post-it op je koelkast, zodat de schaamte je niet kan inhalen op het moment dat je er middenin zit. Hulp vragen is krachtig. Alleen volhouden is koppig.
Nu, vier jaar later, zie ik de brokstukken liggen en sta ik op het puin van die ingeslagen bom in mijn leven. Waar dat in het begin als zeer beangstigend voelde, komt er nu al wat meer rust en lichtheid. En ergens ook een bevrijdend gevoel. Als een storm door een bos raast, trekt hij sommige bomen tot aan de wortels uit de grond. Maar een paar kleine dappere draadjes zullen steeds verbonden blijven met moeder aarde. En zo komt er in de stilte na elke storm, zachtjesaan ruimte om opnieuw te gaan bouwen, groeien en creëren. Ruimte ook om stukken los te laten die misschien te strak rond je nek zaten, maar waar je geen weet van had. Elke gebeurtenis, hoe pijnlijk ook, heeft een betekenis voor onze groei als mens, als ziel. Laat ons daarom af en toe bewust tijd en ruimte maken voor een goeie onderhoudsbeurt van onze ‘binnentuin’. Onkruid wieden, aarde omploegen, bepaalde stukjes herinrichten,… En dan weer nieuwe zaadjes planten.
De dood leert ons leven
Ik wijk af, ik weet het. Of ik wil te veel vertellen ineens, dat ook. Maar wat ik vooral wil zeggen is dit: de dood leert ons leven. De dood leert ons moedig zijn. Weer opstaan na het (diep diep) vallen. De dood leert ons over liefde. Want zonder die onvoorwaardelijke liefde voor onze dierbaren (of je relatie nu hecht was of niet), zouden er geen tranen vloeien van verdriet. Tranen, parels van liefde. Parels van gemis. Maar onder het heftige snikken voelen we een diepe kracht om toch verder te willen leven. Voor hen. Voor jou. Voor zovele anderen.
Ik kom thuis en hang mijn laatste set Tibetaanse vlaggetjes op, op mijn terras. Ik plaats de intentie om de gebeden van liefde en kracht mee te sturen met de wind, richting mijn schoonvader. En richting alle mensen die nu aan het lijden zijn. De wind waait nog gretig. Dus ik pak het moment met diezelfde gretigheid vast. En ik koester het. Alsof het mijn laatste was.