Wij, makers van het nieuwe

Ik woon in een dorp met zo’n 150 inwoners. Het dorp bestaat grof gesteld uit twee kampen: mensen die voor en mensen die tegen de burgemeester zijn. Het verhaal gaat over twee familieclans die al jaren met elkaar in de clinch liggen. Het begon, voor zover ik weet, met een conflict tussen de grootvader van de burgemeester en de grootvader van zijn opposant. Maar misschien gaat het nog wel verder terug dan dat. Het ging onder meer over het stelen van terrein en het doden van vee, en waarschijnlijk ook nog over een heleboel andere dingen. 

Gezien het dorp zo klein is, is de meeste grond in handen van de twee families gebleven. Veel van hun kinderen en kleinkinderen wonen hier nog steeds. En de wonden werden overgedragen. Ze zitten nog steeds elk in hun kamp. Als kleinzoon of achterkleinzoon. Niet in de mogelijkheid om met elkaar te praten, laat staan elkaar aan te kijken. Ik vraag me af of ze nog wel weten waarover het precies gaat. Feit is dat pijn die niet gezien of erkend wordt, groter wordt. En groter. Tot er gigantische muren ontstaan, die niet meer te slopen lijken…

Onze omgang met pijn is abominabel. Ons hart gaat dicht. Als eerste reactie gebeurt het automatisch. Gekwetst worden (in welke vorm dan ook) IS nu eenmaal pijnlijk en dat hoeft niet gerelativeerd te worden. Pijn is pijn en dat kan heel diep gaan. Wat ontbreekt, is wat we er daarna mee DOEN. Veel mensen weten niet hoe, want ze hebben het nooit geleerd. De pijn observeren, er vragen rond stellen, de situatie analyseren... Het zijn nieuwe vaardigheden, die nu pas hun ingang beginnen vinden. Gedurende eeuwen deden we niks met pijn. Het is absoluut een grote (emotionele) handicap. En dus zien we wat we vandaag zien: een groot, collectief, gapend gat met veel (onverwerkte) pijn, woede, haat, afgunst en angst. 

Wij maken het ‘nieuwe’

Het verleden kunnen we niet veranderen. De toekomst wel. Communicatie en emotionele ontwikkeling zijn, zoals ik dikwijls herhaal, thema’s waar pas in de laatste decennia meer bewustzijn over ontwikkeld is. Nu dat in sneltempo groeit (en dat zie je wel in de mainstream media), kunnen wij er als mens voor kiezen om verandering te belichamen. De nood is hoog. De wereld barst uit haar voegen, en velen beseffen ondertussen dat heel wat ‘oude’ reacties of manieren van aanpakken niet meer stroken met wat we écht nodig hebben. Maar iets nieuws in de plaats stellen is niet zo eenvoudig. Oude systemen en (religieuze) instituties hebben de mens vooral geleerd om zich onderdanig op te stellen en te wachten tot de verandering van buitenaf komt. Dat alleen vraagt al om een mentaliteitswijziging (en een nieuw geloof): wij maken het ‘nieuwe’ (hoe elk van ons wil dat de wereld eruit ziet) zelf. Verandering komt van binnenuit. En dat begint met heel kleine stapjes.

Inzicht in pijn

We worden allemaal gekwetst. We hebben allemaal onze blessures. Misschien werd je als kind al op heel jonge leeftijd niet gezien, verwaarloosd of mishandeld. Misschien voelde je je gewoon niet graag gezien, of maakte je iets mee op school of in je omgeving dat een grote impact op je had. Jouw ouders ongetwijfeld ook. Jouw grootouders ook. Enzovoort. Je kan stellen dat de dynamieken van tekort, verwaarlozing (in welke vorm dan ook), en een gebrek aan liefde en veiligheid in vele families aanwezig waren/zijn. Er is heel veel dat niet gezien, gehoord en erkend werd, door de eeuwen heen.

Veel van onze (groot)ouders en voorouders hebben niet eens woorden (gehad) om uit te leggen wat hen is overkomen (en dus zochten ze andere manieren om ermee om te gaan). Het is een probleem van generaties (en zoals ik eerder schreef: we weten nu vanuit de wetenschap dat wonden overgedragen worden binnen een familiesysteem - voor mij vallen bepaalde patronen en dynamieken daar ook onder). Het is niet de bedoeling om alles in te halen wat onze (voor)ouders gemist hebben. Het is wel de bedoeling om daar vandaag bewust van te zijn én met de kennis die we hebben, de eigenschappen in onszelf te ontwikkelen die we niet meegekregen hebben. Zoals zelfzorg, zachtheid, omgaan met emoties, geweldloos communiceren. En liefde. Vooral heel veel liefde.

Is dat eenvoudig? Nee. Het is een groot (maar veel minder zichtbaar) werk. Is het mogelijk? Absoluut. Het is zelfs een evolutie die niet tegen te houden is. We zitten er middenin. Daarom stormt het.

Van oud naar nieuw

Even samenvatten. Wat doen/deden we vanuit een ‘oude’ reactie op pijn (interpreteer het begrip hier maar zoals je wil)?  

  • We willen het niet voelen, steken het weg. Het enige probleem is dat het niet écht weg is…
  • We treden in conflict. Dat kan kleine vormen aannemen zoals verwijten of beledigingen (ook heel subtiel, ga maar eens na voor jezelf), pesten of negeren. Maar ook heel grote, zoals oorlog, afpersing, geweld en manipulatie (afhankelijk van hoeveel geld en/of macht je hebt, denk ik dan)
  • We kunnen de verschillen(de mening) van een ander niet respecteren. 
  • We veroordelen iemand niet alleen op zijn gedrag, maar in zijn geheel als persoon.

Wat kunnen we doen als ‘nieuwe’ reactie op pijn? 

  • Zelfreflectie. Vragen als ‘Vanwaar komt deze pijn?’, ‘Wat wil deze pijn mij vertellen?’, ‘Hoort deze pijn bij mij of bij de ander?’, kunnen al nieuwe inzichten brengen.
  • Mededogen. Zowel voor onszelf als voor de ander. Pijn die we voelen, wijst meestal op dingen waaraan we een tekort hebben gehad. Het kan in onszelf hevige reacties uitlokken, en dus evenzeer in de ander. Elke pijl (of het nu een verwijten is of een letterlijke vuistslag) die wordt afgevuurd, kan je eigenlijk letterlijk terugsturen naar de afzender. Jezelf incluis.
  • Communicatie. Leren communiceren over wat ons gekwetst heeft, is zowat het moeilijkste dat er bestaat. Het vraagt in eerste instantie al om een veilige ruimte én de bereidheid van beide partijen om te luisteren. Pijn kan niet geheeld worden zonder dat er erkenning aan gegeven werd. Bij personen die er niet meer zijn (of die er wel nog zijn, maar niet bereikbaar) kan je dat energetisch/symbolisch nog steeds doen. De kunst is dat jouw pijn bestaansrecht krijgt, en dat je ermee kan beginnen ‘werken’ in plaats van ze lijdzaam te moeten ondergaan.
  • Vergeving. Een moeilijk en beladen woord. Voor mij betekent vergeven niet vergeten. Voor mij betekent vergeven ook niet ‘vrienden worden’. Voor mij betekent het wel ‘diep vanbinnen begrip en betekenis vinden in het gedrag dat heeft plaatsgevonden en daar met mildheid naar leren kijken’. Ik benadruk nog eens het verschil tussen de persoon en zijn/haar gedrag. Het zijn echt twee verschillende dingen…

Weerstand

Ruimte schenken aan pijn is niet eenvoudig. Het overzicht van hierboven kan simplistisch lijken. Het is ook veel sneller geschreven dan uitgevoerd. I know. Maar ik weet aan den lijve hoe diep pijn kan snijden. Jarenlang. Er zijn genoeg voorbeelden (uit onze eigen levens of die van anderen) van hoe pijn alles heeft verscheurd en levens heeft verwoest. Je kán en mag daar nooit snel overgaan. Wondermiddelen om pijn weg te nemen zijn er niet. Maar er zijn wel meer en meer moedige makers van het nieuwe.

Ik denk aan Holocaust-overlevers die hebben leren vergeven (deze TED-talk bijvoorbeeld). Ik denk aan mijn jaren als slachtoffer-daderbemiddelaar, waar nabestaanden in gesprek gingen met de persoon die het leven had benomen van hun dierbare. Waar een dader in de ogen keek van het slachtoffer die hij tijdens een vechtpartij voor het leven had verminkt. Waar een politiecommandant aan ouders vertelt waarom hij op een bepaalde manier heeft gehandeld de nacht dat hun zoon werd mishandeld. Enzovoort. Die gesprekken nemen de pijn niet weg, maar ze scheppen wel ruimte. En met een beetje geluk, kan die ruimte weer wat meer inzicht en zachtheid ademen in iemands leven. In iemands pijn.

Nee, niet iedereen is bij machte tot zelfinzicht of emotioneel bewustzijn in dit leven. Daar zijn oók genoeg voorbeelden van. Soms zullen daar meerdere generaties over gaan. Maar we gebruiken dat ‘individueel fatalistisch’ argument te veel om ons ervan te weerhouden toch in de ander te geloven. Met de bijna 8 miljard mensen die we op aarde zijn, ben ik ervan overtuigd dat de meerderheid ‘open’ is en in de mogelijkheid om te groeien als mens. Als we dat met z’n ‘velen’ nog maar een beetje proberen, elk met zijn mini bescheiden bijdrage (en inclusief massa’s vallen en opstaan), dan zorgen we er nog steeds voor dat de wereld erop vooruit gaat. Hoe traag het ook mag lijken.

De volgende generaties zullen het werk verderzetten als wij er niet meer zijn. En zo zal geschieden.

Liefs,