Wat overblijft

Deze week deelde mijn Reiki leraar Griet wijze woorden in haar wekelijkse livestream: “Om iets te kunnen loslaten, moet je het eerst kunnen omarmen.” Ik voelde hoe de woorden resoneerden in elke vezel van mijn lichaam. Als mens is loslaten één van de moeilijkste dingen om te doen. Enerzijds hebben we van nature de neiging om liever vast te houden dan los te laten. Omdat we zo graag controle en zekerheid willen, en als de dood zijn voor verandering. Anderzijds, wanneer we wel beseffen dat we iets willen loslaten, loopt dat proces allesbehalve van een leien dakje. We zijn bang voor wat er komen zal, of we denken simpelweg dat we het niet kunnen. Maar wat blijft er eigenlijk over na het loslaten? En wat betekent loslaten dan juist?

Loslaten is niet gelijk aan wegduwen

Iedereen heeft waarschijnlijk wel zijn eigen definitie van loslaten. Ik zie het vooral als iets kunnen laten rusten in jezelf, eerder dan het voorgoed achter je te laten. Iets een plaats geven in je leven en dan met zachtheid verder dragen. Dat kan een situatie zijn, maar natuurlijk ook een persoon, een job, een bepaald gevoel dat je overheerst of (oude) delen in jezelf.

Wanneer we merken dat we iets niet graag hebben en achter ons willen laten, zijn we dikwijls geneigd om het weg te duwen. Een onaangenaam gevoel, een rotte opmerking of een akelige situatie: hoe rapper we er vanaf zijn, hoe beter. Maar dikwijls blijft het daardoor net nog sterker hangen. Loslaten staat immers niet gelijk aan wegduwen. Of verdringen, of onder de mat steken, of vermijden. We moeten eerst aanvaarden dat dat onaangenaam gevoel, die rotte opmerking of die akelige situatie er IS, vooraleer we ze kunnen loslaten. Het is onze grote uitdaging in het leven om te leren dat wat ons raakt, met heel ons hart te ontvangen. Hoe pijnlijk of frustrerend dat soms ook is.

Zelf ervaar ik dat bijvoorbeeld sterk met gevoelens van angst of de perfectionist in mij. In plaats van ernaar te luisteren en er nieuwsgierig naar te zijn, heb ik meestal gewoon zin om die stemmetjes te overroepen en te doen alsof ze er niet zijn. Maar mede dankzij de rouwprocessen die ik heb gekend (en ik voel dat ik dat oprecht kan schrijven), heb ik doorheen de jaren begrepen dat gevoelens niet verdwijnen omdat ik ze niet wil zien. Integendeel. Hoe meer we ze negeren, hoe groter ze worden… Het werkt immers niet als we enkel de aangename willen ontvangen, maar de onaangename niet. Elk gevoel is deel van ons, en heeft ons iets te leren. Loslaten kan dus pas nadat we eerst liefdevol omarmd hebben wat er is. Maar hoe doen we dat dan precies?

Loslaten = aanvaarden in 4 stappen

Denk bijvoorbeeld eens aan een ruzie die je met je partner of een vriend(in) hebt gehad. Of aan onrecht dat je zag op straat. Of een situatie die je bang heeft gemaakt. Of nog veel erger, een dierbare die je bent verloren… Enerzijds voel je wel dat je verder wil nadat het is gebeurd, maar anderzijds kan je die ervaring onmogelijk zomaar uitwissen. Ze blijft als het ware in je systeem hangen. Zeker wanneer het over diepgaande gebeurtenissen gaat, is de wonde diep. Logisch natuurlijk. We zijn mensen en we worden geraakt. Veel meer dan we misschien denken. Soms is er ook geen oplossing (meer) voor een situatie, waardoor het onmogelijk lijkt om zomaar verder te gaan. Dat ervoer ik meermaals (zowel bewust als onbewust) bij de dood van mijn moeder, mijn zus, mijn broer. Die geliefden komen niet meer terug. Maar iemand kan bijvoorbeeld ook het contact met jou verbroken hebben, waardoor je bepaalde zaken niet meer zomaar kan uitpraten.

Hoe moeilijk de situatie ook lijkt, de eerste stap is om te aanvaarden dat ze er is en verschijnt op je pad. De tweede stap is om toe te laten wat het allemaal met je doet. En dan bedoel ik echt álle emoties die deze gebeurtenis bij jou teweegbrengt. Ook diegene die je liever niet wil voelen. De derde stap is om alle tijd nemen om de situatie te begrijpen en de bijhorende gevoelens te omarmen. Als het gaat om een kleine ruzie of iets naars dat je overkwam op straat, zal het natuurlijk niet zo lang duren om je daar overheen te zetten. Maar soms is het een pak moeilijker. Wat het ook is, meestal willen we liefst zo snel mogelijk van eender welk onaangenaam gevoel vanaf. En toch moeten we leren om het daadwerkelijk te doorvoelen en te zeggen dat het er mag zijn. Hoe veel keer we dat ook moeten herhalen.

Dat proces vraagt dikwijls extra hulp of ondersteuning, en het is zo belangrijk dat we die zoeken. Want bij intense emoties zoals pijn of verdriet, kan het soms jaren duren, vooraleer we ze kunnen aankijken en omarmen. Dat heb ik althans zo ervaren. Het is een enorme oefening in geduld, zachtheid en vertrouwen. Maar uiteindelijk komt de vierde stap: het moment waarop je voelt dat er weer wat grond onder je voeten komt. Het moment waarop je aanvaardt dat die situatie heeft plaatsgehad in je leven. Dat je er misschien ook iets uit hebt geleerd. Dat het jou, ondanks alle pijn, nóg meer jezelf maakt dan ervoor. En dan komt er een eerste golf van rust, die zachtjesaan in volume zal toenemen. Je begint te beseffen dat je er nog bent en dat er een manier is om verder te kunnen. Ook al zal je leven misschien nooit meer hetzelfde zijn.

Wat overblijft

Manu Keirse schreef ooit: “Rouwen staat niet gelijk aan afscheid nemen, maar aan anders leren vasthouden”. En dat is exact wat er gebeurt, wanneer je een situatie leert omarmen. Wat overblijft, is niet het feit dat je die ervaring nu uit je leven kan schrappen. Wat overblijft, is een nieuwe verbinding. Een nieuwe verhouding tot wat er is gebeurd, en hoe jij ernaar kijkt. Je creëert als het ware een andere herinnering: een die je met zachtheid kan meedragen in je leven. Een waar je met liefde naar kan kijken, in plaats van alleen maar met pijn of angst of verdriet. Een herinnering die je verrijkt in je verdere leven (op welke manier dan ook), in plaats van een die je alleen maar naar beneden haalt en overspoelt.

Het kan soms jaren duren vooraleer je voelt dat je op een andere manier naar een situatie kan kijken. Ik kan het nu stilaan bij het verlies van mijn broer. Maar het tijdstip is niet zo belangrijk. Het belangrijkste is om te weten dat het kán. Het is een geloof dat ons kan versterken en weer hoop geeft. Net omdat je diep vanbinnen weet dat, wanneer de tijd er rijp voor is, ook jij kan kiezen om te omarmen in plaats van weg te duwen. Misschien met kleine beetjes. En misschien met heel veel hulp. Maar met alle liefde die je in je draagt. Met het omarmen van de situatie komt het loslaten vanzelf. En dát loslaten is niet het achterlaten, maar het koesteren, het eren, het dankbaar zijn voor wat er is geweest en de lessen die het heeft gebracht. Dat is de basis waarmee je verder kan. Dat is wat overblijft. Geen gapende leegte, maar een met liefde omhulde gedenkplaats. Waar die zich ook maar bevindt…


Verwonderd zijn

Sinds kort ontvangen wij wekelijks een bio groentenpakket uit de velden van Anderlecht. Ik weet niet of veel mensen onze streek kennen, maar wij wonen dus én in Brussel én op het platteland 🙂 Als ik dagelijks door de velden naar mijn werk wandel, zie ik soms de stadsboeren aan de slag. Ze plukken de groenten die enkele dagen later aan mijn deur geleverd zullen worden. Elke keer zijn ze met zorg schoongemaakt en gebundeld. Niet met industriële machines, maar met de blote hand. Wanneer ik naar de lieflijke bundeltjes sla en peterselie kijk, kan ik soms echt het geduld en de toewijding van de telers voelen. Elk blaadje is zorgvuldig uitgekozen en in het bundeltje geschikt. Net zoals bij een bloemenboeket.

Hier is geen extra schakel in de keten: de boer die op de velden zwoegt, is dezelfde boer die het groentenpakket aan mij levert. Dit persoonlijke contact schept een band en maakt me nóg bewuster van zijn werk. Ik ben blij dat ik hen steun en ergens voel ik me ook dankbaar dat ik die mand elke week in ontvangst mág nemen. Het maakt me op één of andere manier nederig. Natuurlijk levert hij ons voedsel en betalen wij daarvoor, maar toch is het meer dan dat. We krijgen er elke week een portie liefde, toewijding en verwondering bij. Ik aanschouw die dappere blaadjes, wortels en knolletjes die het allemaal tot groente hebben geschopt. En ik vraag me af: voel ik hier nu meer bij dan wanneer ik in de supermarkt koop? En wat zegt dat dan over ons gevoel van verwondering?

Mijn ingrediënten van verwondering

Als ik naar mijn ‘supermarkt vs. bioboer’ beleving kijk, zijn er een paar elementen die het verschil maken. Drie om precies te zijn. Ik noem ze mijn ingrediënten van verwondering. De eerste is tijd. In een supermarkt neem ik zelden of nooit de tijd om fruit of groenten te bestuderen. Hen eens wat langer vasthouden, hun vorm voelen, nieuwsgierig zijn naar hun ‘bestaan’. Het is alsof de supermarkt daar niet de juiste plaats voor is. Alsof ik daar veel moeilijker kan stilstaan en vertragen. Thuis ontvang ik mijn groentenpakket elke donderdag, en het eerste wat ik doe is de tijd nemen om mijn nieuwe oogst te observeren. Misschien speelt het ook een rol dat ik die groenten niet zelf heb uitgekozen, wat de verrassing nog wat groter maakt. Maar op zich maken alleen al de paar minuten die ik uitrek om ze te bestuderen, een groot verschil in mijn verwondering.

Het tweede ingrediënt is verbondenheid. Het feit dat ik de velden zie waar al die groenten groeien én ook de mensen ontmoet die erin werken, maakt dat mijn aankoopervaring plots veel concreter wordt. Ik kan mij ermee verbinden en er iets bij voelen. Zoals sympathie, begrip voor hun werkomstandigheden, dankbaarheid, liefde, fierheid, enz. Ik kan me in de plaats stellen van de boer en me inbeelden hoe het zou zijn als ik zijn werk zou doen. Maar evengoed kan ik ook stoppen bij een slak op straat of een boom in het park en mij daarmee verbinden. Net als ik zijn zij levende wezens en kunnen ze mij verwonderen. Want die slak gaat zo heerlijk traag door het leven. En de boom is zo sterk dat hij alle stormen trotseert en tegelijkertijd helpt hij solidair zijn soortgenoten.

Verbinding gaat over empathie. En over liefde. Maar het is niet zo eenvoudig om altijd met alles en iedereen in verbinding te blijven. Ik geloof dat de veelheid aan informatie en prikkels die we dagelijks ontvangen daar een grote rol in speelt. Het is dikwijls té veel en té snel. We hebben geen tijd om overal bij stil te staan. Maar wat als we ons verwonderingsgehalte een duwtje in de rug geven en proberen om wat selectiever te worden? Selectiever in de informatie die we dagelijks laten binnensijpelen, in de aankopen die we doen en in het aantal mensen aan wie we aandacht schenken? Dan kiezen we bewuster wanneer, hoe en met wat of wie we in verbinding gaan. We kunnen bv. 2 goeie artikels écht lezen, een kaartje sturen naar iemand die ons lief is of enkel die boodschappen doen die we écht nodig hebben. Wanneer we ‘en plus’ lokaal kopen, kennen we ook veel sneller de schakels én de gezichten achter het product. Zoals de lieve boerin waar ik mijn eitjes bij haal en telkens een praatje mee sla. Hoe meer we ons openen en verbinden, hoe meer onze verwondering wordt gestimuleerd. Want meestal ligt ze gewoon om de hoek. Misschien zelfs nog meer dan aan de andere kant van de wereld…

Nieuwsgierigheid is mijn laatste ingrediënt van verwondering. Ik weet niet hoe ze het doen, maar in de supermarkt ziet elke tomaat, wortel of komkommer er hetzelfde uit. In mijn groentenmand is geen enkele wortel even lang of even dik. Sommige zijn zelfs zo bizar van vorm dat ik me afvraag wat ze onder de grond allemaal hebben uitgespookt om het tot zo’n kronkelende wortel te hebben geschopt. Ik noem dat nieuwsgierigheid, maar het is misschien tegelijkertijd ook mijn fantasie die me helpt verwonderen…In ieder geval, ik denk dat je mijn punt wel begrijpt. Al die verschillen, in kleur, vorm en gestalte, kunnen ons nieuwsgierig(er) maken. Zullen we dat ook in het achterhoofd houden wanneer het over mensen gaat?

Het bloempje dat zich tussen twee straatstenen murwt

Het is gek hoe we dikwijls veel geld of tijd (willen) uitgeven om verwonderd te worden. Het is alsof elke ervaring steeds groter en straffer en exclusiever moet zijn om dat gevoel te bereiken. Maar wat als we het gewoon eens hier en nu eens proberen met deze 3 ingrediënten? Beeld je bijvoorbeeld in dat je straks de deur uitgaat, tien passen zet, tot stilstand komt en een paar minuten je ogen sluit. Je luistert, je verbindt je met de plek waar je staat en met alles wat jou op dat moment omringt. En dan open je je ogen.

Wat zie je? Wat voel je? Is er iets dat je nog nooit hebt gezien? Of iets dat heel natuurlijk je aandacht trekt? Bij mij zijn dat dikwijls madeliefjes in een grasveld. Of een bloempje dat zich dapper tussen twee straatstenen murwt. Of het horen van de wind tussen de bomen. Er is echt zoveel dat ons kan verwonderen. Als we maar even de tijd nemen ons ervoor te openen. En te beseffen dat we dat gevoel echt zelf kunnen opwekken, zoveel we maar willen. Het zijn niet per se de (uiterlijke) omstandigheden die dat doen voor ons. We zijn in staat om een wonder te maken van alles wat we zien.

Ik bevestig mijn groentenpakket voor de komende week en vraag me in godsnaam af wat ‘mizuna’ en ‘laitue’ betekenen. Naast de groenten blijft ook de Franse vocabulaire mij intrigeren. Elke dag een beetje ‘verwonderen’, het is (één van) de sleutels tot een groter geluksgevoel. Daar ben ik van overtuigd. Het brengt zelfs ook wat extra spanning in onze vele routines. Wie weet welke onverwachte ontdekkingen liggen er plots dagelijks op ons te wachten… En dat allemaal met een beetje tijd, verbondenheid en nieuwsgierigheid.